Hoe zien katten onze wereld?

De wereld door de ogen van katten

Heeft u wel eens goed naar de ogen van uw kat gekeken? Dan is het vast wel eens opgevallen dat katten over het algemeen fascinerend mooie ogen hebben! Maar hoe ziet een kat onze wereld? En heeft u ooit wel eens de blik van uw kat gevolgd om te kijken waar hij nou de hele tijd naar loopt te staren? In dit blogitem geven we u uitleg over hoe katten ons zien en hoe een van hun belangrijkste zintuigen, namelijk het zicht, in elkaar zit.

Wat maakt kattenogen zo bijzonder?

Een kat staat natuurlijk bekend om zijn jaag vermogen. Daarom is het zicht een van de belangrijkste zintuigen die een kat heeft, bijna alle beslissingen die een kat neemt worden genomen door gebruik te maken van zijn zicht. Omdat katten jagers zijn, beschikken ze ook over ogen waarmee ze in de schemer goed kunnen zien. Zo benutten ze hun tijd om te jagen optimaal. Dit is terug zien aan een aantal uiterlijke kenmerken. De ogen zijn vaak relatief groot in verhouding tot de kop van uw kat. Dit is natuurlijk niet zonder reden, door deze grootte kunnen katten hun pupillen zo groot mogelijk maken om meer licht op te vangen.

Kleurenblind en bijziendheid

Een kat is grotendeels kleurenblind. Ze zien alleen lichte geel- en blauwtinten, dit komt door vele lichtgevoelige cellen in het oog (staafjes) voor de lichtinval. De andere cellen (kegels) zijn echter gevoelig voor de kleuren blauw en geel. Doordat katten meer beschikken over staafjes dan over kegels, krijgen ze overdag soms een teveel aan zonlicht. Ook dit kun je herkennen aan uiterlijke kenmerken. De pupillen van uw kat zullen dan namelijk de vorm van een staafje aannemen.

Een nog groter nadeel van deze grote ogen is lichte bijziendheid. Alles wat verder weg gelegen ligt dan 30 centimeter, is praktisch gezien een wazig beeld uw kat. Bij het jagen levert het echter geen problemen op. Een kat voelt zijn prooi namelijk goed aan door zijn poten en snorharen. Echte binnenkatten ervaren dit probleem meer dan buitenkatten. De ogen van een kat passen zich namelijk langzaam aan op de omgeving. Echte buitenkatten ondervinden op langere termijn verziendheid.

Ultraviolet licht

Een recentelijk onderzoek door biologen van de City University in Londen is gebleken dat katten samen met een aantal andere zoogdieren toch UV-licht kunnen zien. Er was al bekend dat insecten, vissen en amfibieën dit licht kunnen waarnemen. Ultraviolet wordt voor elk dier anders gebruikt. Insecten zien hiermee de kleuren en patronen op planten, knaagdieren gebruiken dit om urine sporen te volgen en rendieren om vijanden op te merken in een onopvallende achtergrond zoals ijsberen in de sneeuw. Waarvoor katten dit gebruiken is echter nog onduidelijk.

Als uw kat dus geconcentreerd aan het staren is, ziet deze dus een compleet verschillende wereld dan dat wij doen!